Het park is in de ochtend het mooiste. Ik geniet van de donkergroene kleur die de eikenbomen hebben in deze tijd van het jaar. De zon tekent lange schaduwen op het gras en de rode beuken midden op het grasveld hebben een intensere kleur dan eerst.
Uit het strookje bos dat tussen park en spoorlijn ligt, klinkt gekrijs. Omdat het zondagochtend is, neem ik de tijd om de situatie wat beter te onderzoeken. Gekrijs wisselt af met het opgewonden roepen van eksters. Of ze nu aangevallen worden of zelf aanvallen, het geluid verschilt niet veel van elkaar.
In het bos verdwijnt elk zicht op de situatie. Ik zie een vogel op de tak van een boom zitten, maar heb geen idee wat voor een vogel het is. Hij lijkt grijs te zijn maar de bomen nemen al het licht weg om goed kleuren te kunnen zien. Het geluid neemt niet af. Zenuwachtig vliegen eksters tussen de bomen door en landen ergens in het hoge bladerdek. Het snelle gekras blijft.
Dan verdwijnt het, maar de onrust neemt nauwelijks af. Ik hoor de eksters krassen, maar niet meer in de mate waarin ik ze eerder hoorde.
Tot ik voor mij op het pad iets raars zie zitten. Het is geen kat, het lijkt een grijs buideltje dat midden op het voetpad ligt geworpen. Ik kijk nog eens goed, doe een paar stappen dichterbij en zie dat het niet een grijze kat is, maar een vogel.
Het is een sperwer, de vleugels staan iets voorover alsof hij een engel is. Onder zijn klauwen ligt het zwart-wit van een ekster. Het dier stuiptrekt nog. De vogel kijkt dreigend in onze richting met zijn gele ogen. De kop opzij gedraaid zodat de roofvogel de uitstraling heeft van de vogel zoals sommige naties in hun wapen hebben.
Het dier staat op een kleine 15 meter afstand van mij. De weerstand van de ekster lijkt af te nemen. Ik doe voorzichtig een paar stappen in de richting van de vogel. Wat zou er gebeuren. Hij kijkt nog geconcentreerder in mijn richting maar lijkt niet van plan om zijn prooi los te laten.
Nog een stap dichterbij en hij vliegt op, draait vliegensvlug en gaat voor mij uit door het smalle paadje tussen de bomen. Van mij, de dode ekster in de klauwen. Ik zie het bloed rood onder zijn klauwen steken.
In het bos was het nog lang onrustig onder de eksters aan hun snelle geroep te horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten