Wagner is een componist die controversie oproept. Dat hij veel betekend heeft voor de hedendaagse muziek en misschien wel cultuur. Hij staat ook in het gruwelijke licht van de nazi’s. Hitler heulde openlijk met deze componist en trok hem daarmee in het verderf.
Die dubbele houding vind je ook terug in het boek van Martin van Amerongen over deze bijzondere componist. Van Amerongen heeft een uiterst prettige benadering van deze Duitse componist. Hij doet dit met een licht sarcasme en benadert hem zo precies op de goede toon. Geen dweperij of totale veroordeling, maar een vorm die ertussen hangt.
Dat is ook nodig om een componist als Richard Wagner op een juiste manier te benaderen. Het is ook maar een mens. Al denkt de componist daar zelf iets anders over, zoals in een dialoog met zijn hondje Peps. Van Amerongen weet de anekdote heel treffend te vertellen:
Ooit waagde Peps, een hond uit Wagners vroege Saksische jaren, het om de stem tegen het baasje te verheffen. De componis sprak bestraffend: “Wat krijgen we nou? Blaffen tegen de grote Wagner?’ (33) |
Op eenzelfde manier benadert Martin van Amerongen bijvoorbeeld de eerste uitvoering van de hele tetralogie Der Ring des Nibelungen in het nieuwe Festspielhaus in Bayreuth. Zo citeert hij de criticus Eduard Hanslick die na 4 dagen Ring en de laaste maat van Götterdämmerung naar het station rent en in zijn treincoupé 2 kennissen treft:
Op het moment dat het voertuig zich in beweging zette, vielen zij elkaar om de hals met de woorden: ‘God zij geloofd! Wij hebben het overleefd! Het is achter de rug! De goden zijn uitgeschemerd!’ (30) |
Overigens weet Van Amerongen hier ook over te vermelden dat de modernste theatersnufjes door Wagner werden aangeschaft. Niet dat alles goed aankwam, zo belandde een belangrijk attribuut voor de draak in Beiroet in plaats van de Beierse provinciestad.
Deze luchtige manier helpt enorm om de zware onderwerpen rond Wagner aan te kunnen kaarten: de jodenhaat en de verbintenis met de holocaust.
Martin van Amerongen: Wagner, De buikspreker van God Met een nawoord van Philo Bregstein. Amsterdam: Metz & Schilt, 2005 [1e druk 1983]. ISBN: 90 5330 408 8. 200 pagina’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten