De uitvaartondernemer Milan den Hartog lijkt in de roman Zeg maar dat we niet thuis zijn van Rashid Novaire geboren voor het vak van begrafenisondernemer. Toch probeert hij te ontsnappen aan zijn eigen lot door een eigen bedrijf te willen beginnen in bedjasjes.
Het is een kledingstuk dat veel vrouwen in Engeland dragen. Hij wil dit artikel naar Nederland halen. Hij ziet er wel kansen in. Of zoals hij het zelf uitlegt aan zijn collega uitvaartondernemer Elsa Pinas:
‘Dat zijn jasjes die je alleen in bed draagt,’ legde ik uit. ‘Als je als vrouw zit te lezen in bed en het is een beetje koud in de kamer wordt je onderlichaam wel verwarmd door het dekbed, maar van boven is het toch best fris. Daarvoor wil ik bedjasjes gaan maken. Zodat een vrouw het boven óók lekker warm heeft. Ik wil ze ontwerpen in primaire kleuren. Vind dat niet een verfrissend idee, Elsa?’ (51) |
Zij voelt er weinig voor en zegt dat ze het al koud krijgt bij de gedachte eraan. Voor haar typeert de opmerkelijke carrière-move meer over de geaardheid van haar collega. Ze vraagt het maar op de man af: is Milan soms een homo?
Hij ontwijkt haar vraag. Wel refereert hij naar een bezoek aan het homomonument in Amsterdam, bij de Westerkerk. De tekst op het monument ‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’, zegt volgens hem dat hij meer bezig is met vriendschap dan met liefde.
Rashid Novaire: Zeg maar dat we niet thuis zijn. Roman. Amsterdam: Ambo/Anthos, 2015. ISBN: 978 90 414 2579 9. Prijs: € 18,99. 224 pagina’s.
Een perfecte dag voor literatuur
Dit is mijn derde bijdrage over Zeg maar dat we niet thuis zijn van Rashid Novaire. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten