De hoofdpersoon Milan den Hartog in Zeg maar dat we niet thuis zijn van Rashid Novaire heeft het niet alleen druk met de nabestaanden van de Koerd uit Iran. Hij is ook met 2 andereuitvaarten druk in de weer is. Zoals de crematie van Mathulessy, een overleden jonge man van Molukse afkomst.
De moeder van Mathulessy geeft aan Milan na een plastic Aldi-tas na de crematieplechtigheid:
De spullen horen niet meer in dit huis,’ zei ze. ‘Neem ze alsjeblieft aan. En doe er iets mee.’ Achteraf denk ik dat deze zin mij heeft doen besluiten om de Aldi-tas aan te nemen. Erges iets mee te doen, wat dan ook, dat zag ik als mijn taak. We zwegen en de stilte werd pas onderbroken toen ik het hengsel van de tas in mijn vuist voelde. ‘Dank je wel,’ zei de moeder. (38) |
De tas achtervolgt hem in het verhaal bijna net zo als dat de overleden Koerd Mohammed Jahangir hem achterna zit. Het meisje Randy van Pinxteren voelt zich een weduwe. Ze ging een maand met Mathulessy om. Als ze Milan tegenkomt, vraagt ze hem naar de Aldi-tas.
Hij ontkent dat hij het heeft, maar het zit hem zeker niet lekker. Ook omdat hij ontdekt heeft dat er maar liefst 30.000 euro in de tas zit. Een mooi startkapitaal voor de onderneming in bedjasjes die hij wil beginnen, maar het is niet van hem.
De tas is van niemand, vindt Mathulessy’s moeder en daarom heeft ze het aan de begrafenisondernemer gegeven. De tas vergezelt de hoofdpersoon en de lezer de rest van het verhaal.
Rashid Novaire: Zeg maar dat we niet thuis zijn. Roman. Amsterdam: Ambo/Anthos, 2015. ISBN: 978 90 414 2579 9. Prijs: € 18,99. 224 pagina’s.
Een perfecte dag voor literatuur
Dit is mijn tweede bijdrage over Zeg maar dat we niet thuis zijn van Rashid Novaire. We lezen dit boek vandaag bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten