Bij het lezen van Advocaat van de hanen vallen mij meteen weer die heerlijke details op die A.F.Th. van der Heijden zo mooi in zijn verhaal weet te integreren. Zoals de lapjespoes die een plekje op het kantoor van advocaat Ernst Quispel heeft gevonden naast de telefoon:
De lapjeskat van de bovenburen had in Quispels kantoor haar vaste plek in een postmandje.Het stond onder een bureaulamp die sterker en dus warmer was dan die op de andere bureaus, met als enig nadeel dat het zich vlak naast de telefoon bevond, waarvan zij het gerinkel verafschuwde. De kat had geleerd met een flinke tik tegen de hoorn, waarmee die een kleine centimeter van de haak werd gelicht, het wrede apparaat het zwijgen kon opleggen. Het had Quispel al heel wat zakelijk aantrekkelijke telefoontjes gekost, en een boel ongeloofwaardige uitleg aan de meer vasthoudenden. (47/48) |
Ik kan ongelooflijk genieten van zo’n passage waarbij de verteller dit soort niet direct ter zake doende informatie geeft. Dit kleurt het verhaal en maakt het zo memorabel. Ook omdat je weet dat dit element ongetwijfeld terugkomt in het verhaal.
Dat geldt hier zeker ook omdat Van der Heijden het mooi vermengt met de kater van de hoofdpersoon. De hoofdpijn slaat toe, de schok van Ernst Quispel komt overeen met de schok van de lapjeskat onder de bureaulamp.
Als de telefoon iets voor achten is gegaan, de kat de hoorn opwipt en pas tegen kantoortijd (9 uur) de telefoon weer rinkelt, slaat de kat juist niet toe. Het is de heer Noppen aan de andere kant van de lijn, die de advocaat van de hanen vraagt om raad. Zijn zoon is op raadselachtige wijze om het leven gekomen in een politiecel en nu wil de politie hem zo snel mogelijk begraven.
Het verhaal is begonnen, al heeft de kat het proberen te verhinderen.
A.F.Th van der Heijden: Advocaat van de hanen. De tandeloze tijd 4. Amsterdam: Querido, 1998 [1e druk 1990]. ISBN: 90 214 6690 2. 574 pagina’s. Prijs: € 15,00.Bestel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten