03 januari 2008

Papierprikken

Ze staarde verlangend de huiskamer binnen. Ik deed vanmorgen het gordijn open en zag haar staan in een fluorescerend vestje. Een das omhelsde haar nek. Haar vingers trokken de sjaal omhoog, maar het was onvoldoende om haar hoofd te bedekken. Ze leek op een moslima die slechts het achterste gedeelte van haar haren verborgen kon houden voor de begeerlijke blikken van andere mannen dan haar eigen man. De koude wind deed haar verlangen naar de warme huiskamer.
De papierprikkers die vanmorgen in een groepje langs mijn huis trokken, leden zichtbaar onder de koude wind. Ze liepen traag voorbij en stapten soms weer een paar meter terug om een vergeten snipper op te rapen.
Het was alweer een paar uur later, de zon scheen warmpjes naar binnen, toen ze weer voorbij liep. Ik herkende haar nauwelijks, een donkere wintermuts bedekte haar bruine haren. Ze had de kou overwonnen.

Geen opmerkingen: