01 januari 2011

Kerk en orgel Wijhe gered

Het Franssen-orgel uit ca. 1870 in de Rooms-katholieke kerk van Wijhe (foto: orgelsite.nl)
De brandweer heeft de rooms-katholieke kerk van Wijhe weten te redden. Vanmorgen stond de toren in brand en terwijl de klokken begonnen te luiden voor de ochtendmis, wist de brandweer met man en macht de kerk te behouden. De kerk is net gerestaureerd en herbergt 2 monumentale orgels. Het laatste instrument, een Maarschalkerweerd-orgel uit 1895 is onlangs in de kerk geplaatst.


Twijfelachtig is het hoe het andere orgel van Franssen (uit ca. 1870) de brand heeft doorstaan. Dit instrument is opgesteld aan de westzijde - de torenzijde - van de kerk. Volgens diverse internetsites verkeert het orgel dat oorspronkelijk uit Roermond komt, in een beroerde toestand. Aangezien bluswater vaak voor veel schade kan zorgen en het instrument al in een slechte staat verkeerd, is het best zorgwekkend. Hopelijk is de torenbrand juist voor dit orgel een redding.

Dat de brandweer de kerk wist te redden, is een zegen voor het Maarschalkerweerd-orgel dat in 2008 in de Kerk van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen is geplaatst. Dit orgel komt uit de kapel van het Utrechtse Verpleeghuis Sint Hiëronymus. Van dit instrument is dit jaar een cd-opname gemaakt. Bert Gelderman bespeelt het Utrechtse orgel van Maarschalkerweerd op een cd met opnames van 4 andere onbekende en bekende orgels uit Windesheim, Wilsum, Welsum en Olst. De cd is een bijlage bij het boek Orgels langs de IJssel.

Schade door bluswater moet niet worden onderschat. Bij de brand in de Ronde Lutherse kerk in Amsterdam in 1993, heeft het Bätzorgel uit 1830 meer geleden aan het bluswater dan aan de brand. Brand is funest voor orgels, het metalen pijpwerk smelt dan en dan is het instrument onherstelbaar beschadigd. Het bluswater bij een brand zorgt voor een enorm vochtprobleem. Vaak duurt het jaren voordat het orgel dan weer bespeelbaar gemaakt kan worden. In Amsterdam is het orgel pas in 1997 in gebruik genomen. Eerst heeft al het houtwerk jaren moeten drogen voordat orgelbouwer Flentrop aan het herstel van het instrument kon beginnen.

Geen opmerkingen: