Als ik uit het raam kijk, zie ik al enige tijd het spuugbeestje bij ons op de lavendelstruik zitten. Het kwijlerige goedje dat een bijeengesponnen hoeveelheid spuug lijkt, deint mee op de wind. Het vormt een propje speeksel en dient als bescherming voor het spuugbeestje.
Spuugbeestje, zo noemt Jan Wolkers hem in De achtertuin. Het spuugbeestje dat in onze lavendel huist, is ook zo’n dier dat zich opblaast tot zo’n sappige klodder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten