Afgelopen week behandelde het televisieprogramma De kennis van nu een interessant fenomeen: snellezen. Binnen het programma lieten ze zelfs een heuse wedstrijd zien. Wie het snelste een hoofdstuk uit een boek kon lezen en naderhand ook het beste de inhoudelijke vragen uit de tekst kon beantwoorden.
De tips voor snellezen: zorgen dat je je vinger goed bij de regel houdt. De omliggende regels zorgen dat je oog minder goed gericht is op de regel die je leest. Daarnaast moet je het stemmetje dat je bij het lezen gebruikt proberen te negeren. De vocalisatie van de tekst zorgt voor een onnodige vertaalslag die de hersenen moeten gebruiken, zo stelt de snelleestrainer Mark Tigchelaar in het programma.
Natuurlijk is het voor studiedoeleinden handig om te kunnen snellezen en ik heb het bij mijn studie Nederlands veelvuldig ingezet, maar ik zou niet alles willen snellezen. Juist het plezier in het lezen is die vocalisatie van stemmen, wisseling van stemmen in je hoofd als iemand anders spreekt, visualisatie van beelden die de tekst oproept en het wegdromen in het verhaal zelf. Allemaal dingen waar Peter Mendelsund op wijst in zijn boek Wat we zien als we lezen.
Zoals het vooruit- of juist teruglezen van een tekst. Hoe heerlijk is het om in een roman stiekem een paar bladzijden vooruit te kijken en daar al dingen tegen te komen die je pas straks echt kunt begrijpen. Dan weer terug te gaan en de eerder gelezen scène weer te vinden.
Of wanneer je op een raadselachtig kruispunt bent terechtgekomen en je voor de keus staat: doorlezen of teruggaan en eerdere passages opnieuw doornemen?
Het is die keuze die lezen zo leuk maakt: je mag zelf de dingen verbeelden zoals je wilt, maar je mag ook beslissen wat je doet met lezen: doorlezen, teruglezen, vooruitlezen.
In deze gevallen kunnen we besluiten dat we een cruciaal element hebben gemist, een gebeurtenis of uitleg die eerder in het boek langskwam. En dan bladeren we terug in een poging de ontbrekende componenten van het verhaal te achterhalen. (119) |
Dit zijn juist de dingen die je bij het economische snellezen voorbijraast. Er is bij snellezen geen tijd voor de verbeelding, alleen voor het begrip.
Volgens Peter Mendelsund kun je lezen zonder te zien, maar ook lezen zonder te begrijpen. Je laat je voortstuwen door de beelden, maar begrijpt geen snars van de zinnen. Een interessante vraag wat je in zulke gevallen doet bij het snellezen. Ik denk dat je het spoor bijster bent, zonder in de gaten te hebben dat je het spoor bijster bent.
Peter Mendelsund: Wat we zien als we lezen. Oorspronkelijke titel What We See When We Read. Nederlandse vertaling Roos van de Wardt. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas Contact, 2015. ISBN: 978 90 254 4567 6. 432 pagina’s. Prijs: € 21,99. Bestel
Een perfecte dag voor literatuur
Dit is mijn derde bijdrage over Wat we zien als we lezen van Peter Mendelsund. We lazen dit boek bij Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nl. Lees de bijdragen van anderen in de reacties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten