De eerste Apple is niet een totaal gesloten systeem zoals Steve Jobs dat voor ogen heeft. Zijn compagnon Stephen Wozniak wil er graag mogelijkheden in dat mensen zelf hun computer kunnen aanpassen. Hij is teveel een hacker, maar als hij in de rij staat voor de nieuwe iPad, ziet Wozniak er wel wat in.
‘De meeste mensen willen dingen die makkelijk zijn in gebruik. Steve is een genie omdat hij weet hoe hij dingen eenvoudig moet maken, en dan kan het nodig zijn om alles te beheersen.’ (594) |
Als Steve Jobs de kans krijgt zelf een computer te ontwerpen bij de Macintosh, kiest hij voor een totaal gesloten systeem. Alleen Apple-technici kunnen de kast openmaken en onderdelen vervangen. Gebruikers kunnen nergens bij. Volgens Jobs is dat ook helemaal niet nodig. Gebruikers willen gewoon een kant en klaar product.
Naadloos aansluiten
Om de hele gebruikservaring te ondersteunen moeten software en hardware naadloos op elkaar aansluiten. Het ontbreken van de cursortoetsen bijvoorbeeld zorgt er gelijk voor dat softwareontwikkelaars voor Apple speciale software moeten blijven ontwikkelen dat niet aansluit op andere systemen.
Daarbij geldt het mantra uit de eerste brochure voor de Macintosh: Simplicity is the ultimate sophistication:
Jobs was van mening dat het een kerncomponent van eenvoud van design was om producten zo te maken dat ze intuïtief makkelijk te gebruiken zijn. (161) |
Daarbij ziet hij zichzelf als kunstenaar die de kunst verbindt met de techniek. Een computer moet ook in een museum kunnen staan omdat het een volmaakte creatie is.
Zesjarig jongetje
Voor Steve Jobs is het een groot compliment als hij van Michael Noer een verhaal over de iPad leest. Noer is op het platteland van Colombia en laat een zesjarig jongetje zijn iPad gebruiken.
Zonder enige instructie en zonder dat hij ooit eerder een computer had gezien, begon de jongen het ding intuïtief te gebruiken. Hij veegde over het schermm startte apps, speelde een spelletje filpperden. ‘Steve Jobs heeft een krachige computer ontwikkeld die door een zesjarige gebruikt kan worden zonder dat iemand hem zegt hoe,’ schreeft Noer. ‘Als dat geen magie is, dan weet ik niet wat dat wel is.’ (595) |
Die hang naar perfectie en gebruikersgemak gaat heel ver bij Steve Jobs. Als hij werkelijk doodziek in het ziekenhuis ligt en balanceert tussen leven en dood, weigert hij bepaalde apparatuur omdat het design en gebruikersgemak hem niet aanstaan. Het gedrag wekt op de lachspieren, ondanks de ernst van de situatie.
Zelfs toen hij nauwelijks bij bewustzijn was, bleek toch iets van zijn persoonlijkheid. Op een gegeven moment probeerde de longarts een masker aan te leggen bij Jobs die al verdoofd was. Jobs trok het van zijn gezicht en mompelde dat hij het design vreselijk vond en weigerde het te dragen. Hoewel hij nauwelijks kon praten, beval hij om vijf alternatieven te gaan halen en dat hij dan het design zou kiezen dat hij mooi vond. […] Ook had hij een hekel aan de zuurstofmeter die ze op zijn vinger vastmaakten. Hij zei dat het ding lelijk was en te ingewikkeld. Hij deed voorstellen over hoe het eenvoudiger ontworpen kon worden. (581) |
Hij ligt verschrikkelijk ziek in het ziekenhuis, kort voor zijn levertransplantatie, maar bemoeit zich met alles. Het lijkt of je hier Steve Jobs ziet vergaderen in zijn managementteam. Hier werkt een kunstenaar die van gebruiksvoorwerpen goed doordachte ontwerpen wil maken. Of hij nu ziek is of niet, voor hem is het een levenswijze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten