Geschiedenis is dikwijls een ernstig verhaal boordevol met dramatische elementen: oorlogen, heersers, verliezers en verslagenen. Tussen de veldslagen is weinig ruimte voor kwinkslagen. Maar gelukkig is er de historische roman van Jan van Aken. Zijn boeken spelen in het verleden en spelen met de geschiedenis. Eigenlijk zijn het kwinkslagen met het verleden.
Een flinke roman
Een flinke roman is De afvallige van Jan van Aken. Het is zijn zesde roman, de tweede bij de uitgever Querido. Bij zijn vorige roman Koning voor één dag in 2008 stapte hij over van Prometheus naar Querido. Deze nieuwe roman staat in de lijn met zijn debuutroman Het oog van de Basilisk uit 2000. Of zoals hij het zelf in zijn verantwoording schrijft:
Dit boek gaat chronologisch vooraf aan mijn debuut Het oog van de Basilisk, waarin Swintharik een kleine rol speelt als stokoude blazer die het bloedverduisterende Hunnentij begeleidt met zijn doedelzak. (603) |
Jan van Aken heeft mij weleens vertelt dat de twee romans bij elkaar horen en samen met – een nog te verschijnen – derde roman een trilogie vormen. De romans spelen in de late jaren van het Romeinse rijk. Het rijk staat op wankelen. De Goten vallen het land binnen, later volgen de Hunnen. Hun speldenprikken vormen een voortdurende bedreiging van het rijk.
Beduidend kleinere rol
En inderdaad Swintharik speelt in het debuut van Jan van Aken een beduidend kleinere rol dan hij in De afvallige doet. Al is het een iets grotere rol dan die Jan van Aken in zijn verantwoording schetst. De doedelzak krijgt een prominente rol. Dezelfde doedelzak waarvan het ontstaan in De afvallige uit de doeken wordt gedaan.
Swintharik is verslaafd aan de drank. Naar eigen zeggen komt dat door de dipsa. De dipsa is een slang. Waarna hij bijt, maakt hij de gebetene dorstig. Zo dorstig dat hij niet te stuiten is. Swintharik is kort nadat hij de keizer Julianus vermoord heeft, gebeten door de slang. Sindsdien kan hij niet van het wijnvat afblijven.
Wijnzak van geitenbok
Omdat hij vaak onderweg is, maakt hij van een geitenbok een wijnzak, een podeoon. Hij sleept de podeoon de hele tijd bij zich. Uiteindelijk verandert de wijnzak in een muziekinstrument: de doedelzak. Dat gebeurt in hoofdstuk 34 met de vanzelfsprekende titel ‘Doedelzak’ als hij de wijnzak wil laten bijvullen door de schenker. Hij houdt ondertussen zijn schalmei ook vast.
Swintharik pakt de podeoon op, maar voor hij de schenker bereikte, struikelde hij, zodat het blaasinstrument met zo veel kracht in de leren zak gestoken werd, dat die een lange klacht uitstootte, alsof de laatste adem van de zo lang geleden gestorven geitenbok nu ontsnapte. (546) |
Als keizer Valens eindelijk uitgelachen is, stelt hij voor dat Swintharik de zak volblaast in de hals terwijl hij met zijn vingers de schalmei bespeelt. ‘Het was een ander instrument nu, dat geen ruimte liet voor rusten en stilten tussen de noten.’
Het verhaal klinkt als Astrix en Obelix die bijvoorbeeld ervoor gezorgd hebben dat de neus van de sfinx eraf viel. Of andere grootse gebeurtenissen uit de historie die een mooie verwerking krijgen. Dat gebeurt bij Jan van Akens De afvallige ook. Tussen alle helden lopen de personages. Banaal en dubbelzinnig beïnvloeden ze de geschiedenis.
Doedelzak spelen
De doedelzak speelt in Het oog van de Basilisk een belangrijke rol. Al geeft het hem ook iets idioots. In dit laatste boek is hij een oude man, misschien wel honderd jaar oud, suggereert de verteller en loopt hij te zeulen met die doedelzak.
Jan van Aken is daar erg goed in. Hij verweeft in de bekende geschiedenis vol keizers, dappere helden en grootse overwinningen zijn eigen verhaal. Het is een verhaal vol drank, begeerte en vooral van dwazen. Zijn vertellers zijn nooit te vertrouwen, ze smeden samen en bedriegen de lezer waar hij bij staat. Soms maken ze zichzelf groter dan ze zijn, andere keren juist weer kleiner.
De kwinkslag
Dat is de kwinkslag in het werk van Jan van Aken. Ik ben er gek op. Het plaatst de geschiedenis in een ander daglicht. Het haalt het profane uit de besofte boeken vol helden en overwinningen. Het maakt de geschiedenis weer wat ze is: het leven van mensen. Daarmee trekt hij het verhaal soms door naar het ordinaire en alledaagse. Precies zoals het hoort dus.
Voor het Zuid-Afrikaanse Litnet bespreek ik De afvallige nog uitvoeriger: lees mijn bespreking op Litnet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten