Ik lees haar elke avond voor. Ze was nog geen twee jaar oud toen ik begon. Prentenboekjes en later Jip en Janneke. Een beetje te klein nog. Maar ze luisterde en ik las haar de verhalen voor die mij destijds waren voorgelezen. Bij Sinterklaas, als ze verdwalen, als Takkie weg is en als ze het paasbrood in het zand laten liggen.
Mijn moeder las voor. Op een bepaald moment is ze gestopt. Wanneer dat was, weet ik niet meer. De anderen kregen dezelfde verhalen en gingen op een andere tijd naar bed. Ik denk dat het vanzelf stopte.
Ik ging zelf lezen, voor het slapen gaan las ik Pinkeltje, de Kameleon en Snuf de Hond. Het voorlezen kwam later toen ik oppaste. Daar mocht ik Otje voorlezen. Ze waren erg enthousiast over mijn immitatie van Kwark de kraai.
Ik lees nog steeds voor. Nu liggen de boeken van Jacques Vriens op mijn schoot. Ze vindt het erg leuk. Ik vind het ook fantastisch om te doen. Voorlezen is ook leuk. Ik wil nog graag meer boeken lezen die ik zelf niet ken. Zo hoop ik binnenkort aan Tonke Dragt te beginnen op aanraden van mijn blogvriend Jacob Jan. Ook liggen er nog mooie boeken van Willem Wilmink.
Laatst vroeg ik aan Inge wanneer je eigenlijk ophoudt met voorlezen. ‘Tot jullie het allebei niet meer leuk vinden’, zei ze. Dat lijkt mij een mooi moment en voorlopig is het nog niet zover.
Wist je trouwens dat ik al een keer een #WOT over voorlezen schreef? Het ging per ongeluk ik las de blog van Peter en begon enthousiast te schrijven. Zonder dat ik echt goed gekeken had naar de eigenlijke vraag over poëzie. Die vraag moet nog steeds beantwoord worden.
#50books
Dit is het antwoord op vraag 7 van het blogproject #50books. #50books is een initiatief vanPeter Pellenaars. Martha Pelkman heeft in 2014 het stokje overgenomen. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten