Doris wil al een tijdje dolgraag naar Naturalis. Omdat ik het wil combineren met het treinkaartje van het Kruidvat dat ik al een tijdje geleden heb gekocht, kunnen we alleen maar in een weekend. De dagen tussen Oud en Nieuw lenen zich daar uitstekend voor. Het zal wel druk zijn, verwacht ik.
Als we in Leiden aankomen, lijkt het allemaal nog wel mee te vallen. De drukte is niet zo groot als ik zou verwachten. Alleen is het slechts schijn. In het museum is het ontzettend druk. Het begint al bij de entree in het Pesthuis. Ik weet ergens onder de trappen naar de toiletten een kluisje te vinden. Het is een klein kluisje. Ik krijg er onze spullen net ingepropt.
We lopen door de lange corridor over de weg. Bioloog Freek zwaait naar ons en de grote neushoorn staat nog altijd ergens in het midden van de lange slurf tussen het Pesthuis en het museum. We komen het hoofdgebouw binnen. Ik zie links meteen de ingang van de bibliotheek. Ik heb er één keer gezeten tijdens mijn studie op zoek naar de Falco Pondicerianus.
Ik had mij goed en wel geïnstalleerd achter zo’n dik negentiende-eeuws plaatjesboek en het brandalarm ging af. We moesten alles laten liggen en het pand verlaten. Even later stond ik daar bij de parkeerplaats. Het ging nog wel een halfuur duren voordat we weer terugmochten. Ik besloot maar naar huis te gaan. Die Falco Pondicerianus vond ik nooit meer.
Nu lopen we door en kiezen om de trap op te gaan naar de grote zaal met opgezette dieren, gedroogde planten en allemaal leven op sterk water. Hier krioelen de kinderen met briefjes in de hand en uit de andere hand steekt een potlood als een dreigend zwaard. Soms duwen ze het potlood op het briefje. Ze kijken dan ongeduldig naar vader of moeder voor het antwoord of op zijn minst voor de bevestiging van het antwoord dat ze zelf met moeite verzinnen.
Doris houdt daar niet van. Ze hield even het briefje van de speurtocht vast en twijfelde even. Maar ze liet het toch liggen bij de ingangsbalie. Nee, ze loopt liever lekker rond en laat zich afleiden door de dingen die ze tegenkomt. Een mooie houding vind ik. Zeker als je jezelf daar goed mee kunt vermaken. We lopen verder door de zaal met al die dieren en planten.
Ik zie hoe de noten van de Japanse notenboom zijn. Als mijn Ginkgo een vrouwtje is, krijgt ze dezelfde vruchten. Het zal nog wel even duren. Een Japanse notenboom wordt pas geslachtsrijp rond een jaar of 25. En die leeftijd heeft het smalle sprietboompje in mijn tuin nog lang niet bereikt.
Lees het vervolg: Noachs Ark in Leiden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten