Het kindermuseum dat direct op het poppenhuis aansluit, heeft wat minder mijn interesse. Ik vind het teveel overkomen als een gesponsorde zaal door een energieleverancier. Misschien zit ik er helemaal naast, maar een groot deel van de audiovisuele apparatuur doet het niet. Doris geniet er wel van en loopt het programma helemaal door, voor zover de apparatuur het doet.
We zijn de tijd helemaal vergeten, maar voor mij is het moment aangebroken dat ik het welletjes vind. Mijn aandachtspanne is op en ik wil weer lekker naar huis. Doris sputtert nog wat tegen en wil de dure museumwinkel nog in. Ze speelt met speeldoosjes van een tientje of houdt een ander ding haar hand vast dat ik echt te gortig vind. We gaan maar snel naar huis, beslis ik.
Zo lopen we een kwartiertje later weer in een heuse stoet naar het station. De trein loopt binnen en we nemen plaats in een overvolle trein naast twee chagrijnig studenten. Ik had ze hun tassen en jassen laten opruimen om te kunnen zitten. Doris heeft haar boek al uit voor we langs Hoogeveen rijden.
Na de overstap in Zwolle vertel ik over het Observatorium en natuurlijk genieten we van de paardjes in de Oostvaardersplassen. Zo’n moment dat zo’n machtig hert je recht staat aan te kijken, vergeet je niet snel. Het is al een stuk minder licht dan op de heenreis, maar we zijn weer bijna thuis.
Op het station breekt dan een heel mooi moment aan. Ik geef mijn dagkaartje aan iemand anders. Zo kan hij er ook nog een hoop plezier aan beleven. Een man staat in de rij bij het kaartjesautomaat en ik vraag of hij een kaartje wil. ‘Wat moet je ervoor hebben?’ vraagt hij. Ik zeg dat hij het voor niks mag hebben. Hij is helemaal gelukkig, geeft mij een hand en bedankt me uitvoerig.
Zo heerlijk om iemand anders ook nog een leuke dag te bezorgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten