Aan het lezen van James Joyce’ Ulysses, waarmee Oek de Jong in zijn essay Wat alleen de roman kan zeggen iets teveel koketteert, ben ik nog niet toegekomen. Het boek trekt mij onvoldoende. Ik vermoed dat het tot de boeken behoort die veel mensen in de boekenkast hebben staan, maar die niemand echt gelezen heeft.
Mijn Ulysses behoort ongetwijfeld tot de boeken waarvan Frank Albers in Beatland zegt dat het de boeken zijn die in je boekenkast blijven staan en elke verhuizing meegaan. Maar die nooit gelezen zullen worden:
Boeken waar je heel af en toe in bladert om te kijken of de woorden nog niet zijn weggestreken, maar waarvan je weet dat je ze hoogstwaarschijnlijk ongelezen op deze aarde zult verlaten. (17) |
Frank Albers reist in Beatland het boek On the Road na. Al spreekt zijn schrijfstijl mij niet erg aan. Ik ben getroffen door het idee dit bijzondere cultboek na te reizen dwars door Amerika. Dat is de reden waarom ik mij door het boek probeer te worstelen.
Volgens Frank Albers behoort een boek als On the Road tot een cultboek en is niet een klassieker. Vervolgens geeft hij een definitie van een cultboek: ‘Cultboeken moet je op of vóór een bepaalde leeftijd gelezen hebben, klassiekers niet.’ Een definitie die – voor mij – zeker niet geldt voor On the Road.
Ik vond het boek pas mooi toen ik de twintig al ver gepasseerd was. Dat neemt niet weg dat ik getroffen werd door de dingen die het boek tot een ‘cultboek’ hebben gemaakt: de vrijheidsdrang, de behoefte aan zelfbevestiging en de nukken en driften van het escapisme.
Het boek dat Peter Pellenaars graag leest, Zen, and the art of motorcycle maintenance van Robert M. Pirsig schaart Frank Albers overigens ook onder cultboeken. Waarschijnlijk onder dezelfde reden als On the Road.
Dit is het tweede antwoord op vraag 45 van het blogproject #50books van Petepel. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten