Na een tweetje kreeg ik hem dan: de loep bij Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans.
@hjwdewit kijk eens! Ligt klaar bij de klantenservice in Stad. pic.twitter.com/bZKHhL8eO3
— Nieuwe bibliotheek (@nieuwebieb) November 5, 2013
De dame bij de klantenservice begreep niet helemaal wat ik bedoelde, maar even later haalde ze het felbegeerde loepje uit een exemplaar en gaf het mij. Nu kan ik de kleine woorden bij de insecten scherp stellen en proberen te lezen.
Helemaal blij ging ik naar huis met het loepje. Het kijken door een vergrootglas vraagt natuurlijk best wat vaardigheid. Zeker ook omdat de woorden bij de insecten in het gratis boekje van de bibliotheek lastig zijn te lezen. Het scherpstellen van een loep vraagt twee dingen: de afstand van het boek tot de loep en de afstand van de loep tot het oog. Met die afstanden kun je spelen. Vervolgens moet je dan de beste afstand in beide gevallen kiezen om het woord zo groot mogelijk te krijgen.
Een vergrootglas heeft altijd iets geheimzinnigs in zich. In de tijd dat ik postzegels verzamelde maakte een vergrootglas onderdeel uit van de gereedschappen bij het verzamelen. Ik tuurde door het vergrootglas langs de randjes en zocht naar echtheidskenmerken. Niet dat ik er veel verstand van had, maar het hielp wel om het kleine waardepapier scherp te zien.
Met vriendjes speelden we dan met een vergrootglas. Op een voorjaarsochtend zochten we het brandpunt van de zon. Een jongen liet het door de loep versterkte zonlicht op een blaadje vallen. Het ontvlamde langzaam. Een mooi proces van scherpstellen en zoeken naar het brandpunt van het vergrootglas.
Moet je altijd alles scherp zien? Heeft het zin alles onder een vergrootglas te leggen? Soms kun je beter iets schimmig en vaag laten. Dan kun je het scherpstellen aan anderen overlaten. Het is een keuze die je best mag maken. Zolang jij scherp ziet wat jij scherp wilt zien. Zoals de letters bij de insecten in het boek van Godfried Bomans.
Bedankt bibliotheek voor deze mooie loep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten