Officieel geldt The Pickwick Papers als het debuut van Charles Dickens. Hij vestigde er in elk geval zijn roem ermee. Het is een prachtig verhaal dat balanceert tussen scherts, ernst en luim. Niet elk hoofdstuk is even indrukwekkend om te lezen, maar het geheel bezit een onweerstaanbare aantrekkingskracht die je dwingt het verhaal verder te lezen.
Lange tijd was mijn vooroordeel dat het werk van Charles Dickens uitermate saai, kneuterig en overdadig ernstig was. Dat vooroordeel is helemaal weggenomen na het lezen van De nagelaten papieren van de Pickwick-club. Wat een verhaal! De hele samenleving krioelt door het boek: van bediende tot rijke burgers en adellijke lieden.
Dickens weet hiermee een mooi portret te schetsen van een tijd die al vervlogen is als hij het zelf opschrijft. Dat is misschien ook wel een aspect van het grote succes van zijn werken. Terwijl de stoomtrein al door het land raasde, schreef Dickens nog of diligences en trekschuiten.
Het mooiste en ook ernstigste openbaart Dickens zich in de vertellingen binnen het verhaal. Meestal ontmoet Pickwick iemand in een kroeg of in de postkoets die hem een aangrijpend verhaal vertelt. Het zijn mooie verhalen. Het begint met het verhaal van de reizende clown en wordt door vele vertellingen gevolgd. Hierin is ook veel van de latere Dickens terug te vinden. De Dickens van de Christmas Carol.
Gabriël Grub
Zoals het verhaal waarmee het tweede deel opent. Dat is het verhaal van de doodsgraver met de prachtige naam Gabriël Grub. Als hij op kerstavond een graf probeert te delven, wordt hij bezocht door kobolden. De liefde voor de ander op kerstavond en het delen van geluk, liefde en weelde met anderen. Het komt al voor in dit verhaal dat zomaar opduikt in The Pickwick Papers:
[D]it is de moraal van dit verhaal: dat als iemand op Kerstavond zit te kniezen en zich op zijn eentje bedrinkt, hij er niets beter van wordt, zelfs al is de borrrel niet zo goed en zelfs als hij heel wat minder is dan de vuurdrank die Gabriël Grub zag drinken in het hol van de kobolden. (II, 12) |
Dickens en kerst
Dan is het heerlijk om bij Godfried Bomans het volgende te lezen over Dickens en kerst. Hij schrijft erover in het boek Dickens, waar zijn uw spoken? dat vlak na zijn dood verscheen. Dickens staat voor Godfried Bomans symbool voor het Engelse knusheid van de familie die lekker thuis zit, terwijl de wind om het huis giert en de regen tegen het raam slaat:
In Dickens bezit Engeland een schrijver, die dit burgerlijke, […], tot een soort dronkenschap van genoeglijkheid verheven wordt. Dickens was een gewoon en gezond man, die echter in zijn gewone gezondheid mateloos was. En hij voerde dit besef tot geborgenheid op tot een orgie van genoeglijkheid, een bacchanaal van gezelligheid, een wellust van kleine tevredenheid. En het was vooral met kerstmis, dat deze dronkenschap hem naar het hoofd steeg. (24) |
Iets van die dronkenschap proef je al in The Pickwick Papers. Waarbij Bomans in zijn vertaling niet in de laatste plaats een poging deed deze knusheid op de Nederlanders over te brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten