03 november 2013

Vrouwenverhalen - #50books

image

Is in een verhaal duidelijk de vrouwelijke schrijvershand te ontdekken? Ik ben opgevoed bij literatuurwetenschap met het idee dat het om de tekst draait en niet om de maker. Het maakt niet uit of het een schrijver of schrijfster is die het verhaal vertelt. Het draait om het verhaal. De bewering dat je een schrijver of schrijfster wel haalt uit de tekst past niet in die gedachte.

Maar een gedachte is een gedachte. De ervaring kan natuurlijk heel anders zijn. Bijna altijd weet ik of ik een man of een vrouw lees. Ik lees overigens heel veel boeken van mannelijke auteurs. Het is dan lastig te bepalen of ze zoveel verschillen van vrouwelijke schrijvers.

Ik ken wel enkele vrouwelijke auteurs waar ik diep onder de indruk van ben. Zo behoort het verhaal ‘Toetie’ van Maria Dermoût tot een van de hoogtepunten uit de Nederlandse literatuur. Of schrijfsters als Virginia Woolf, Carry van Bruggen en Doris Lessing. Ze zijn heel mooi met hun heel eigen stijl en hun heel eigen thematiek. Het zijn de verhalen die ze vertellen waardoor ik ontroerd raak, niet of het vrouwen zijn.

Hella Haasse is zeker een lievelingsschrijfster van wie ik veel boeken heb gelezen. Ergens vind ik haar een betere schrijver dan Harry Mulisch. Ze heeft een prettige schrijfstijl en mooie thematiek. Vooral ook de diversiteit in onderwerpen van historische roman tot aan een groots uitgewerkte psychologisch verhaal.

In de negentiende eeuw waren er vrouwelijke auteurs die zich achter een mannennaam verscholen. De schrijfsters George Sand en George Eliot zijn bekende voorbeelden. Veel lezers dachten ook dat deze schrijfsters mannen waren. Dat was in die tijd een voordeel. Een mannelijke auteur werd serieuzer genomen dan een vrouw.

Ik durf niet hardop te zeggen dat dit nu niet meer is. Soms lees je weleens beweringen over schrijvers als Connie Palmen of Vonne van der Meer. Ik denk dat schrijvers als Liza van Sambeek en Heleen van Royen wel negatief bijdragen aan de beeldvorming rond vrouwelijke auteurs. Dergelijke boeken vloeien moeilijk uit mannenpennen. Daar zijn weer andere boeken kenmerkend.

Dat verschil is niet erg. Mannen verschillen nu eenmaal van vrouwen. Zolang het geen criterium is om literatuur al dan niet goed te keuren, is er niks mee aan de hand. Ik kan van sommige vrouwelijke auteurs echt genieten. Iemand als Marjan Berk vind ik heerlijk om te lezen. Ze heeft een heel eigen (vrouwelijke) thematiek en ze blinkt er in uit. Haar schrijfstijl werkt erg aanstekelijk. Ze weet op een luchtige manier boeiende onderwerpen onder de aandacht te brengen.

Zo verschillen vrouwen van mannen. Maar of ik bij een test feilloos de man van de vrouw kan onderscheiden, betwijfel ik.

Dit is het antwoord op vraag 43 van het blogproject #50books van Petepel. Bekijk mijn andere bijdrages voor dit bijzondere boekenblogproject.

Geen opmerkingen: