13 november 2013

Teloorgang

image

De Benedenrivier van Paul Theroux bevat een mooie gelaagdheid. De liefde voor Afrika en de idealen waarmee Ellis Hock naar het continent gaat. De vrouw Gala symboliseert zijn liefde voor Afrika. De jonge Ellis Hock is verliefd op zijn collega-onderwijzeres, maar ze is al beloofd aan iemand. De ontmoeting met zijn vroegere liefde laat vooral de teloorgang van de tijd zien. Ze is oud en dik geworden.

Gala, oud geworden, was monumentaal maar gehavend, met zware borsten, en sjokte naar hem toe over de planken van de brede veranda op brede, dikke voeten, en stak hem haar gelige handpalmen toe als begroeting. (143)

Ze symboliseert de teloorgang van Afrika, waar Ellis Hock niet aan wil denken. Hij wil niet zien dat het hopeloos is met Afrika. Vol goede moed probeert hij de school waar hij met zoveel plezier werkte, op te knappen. Het is een vergeefse opknapbeurt. Het dak is ingestort en de lokalen zijn leeggeroofd.

Uit op zijn geld

Niemand spreekt meer Engels. De mensen zijn alleen op zijn geld uit. Leefden ze in zijn tijd nog onder het juk van de koloniale overheerser Engeland, nu leeft de dorpsgemeenschap onder het juk van de hoofdman Festus Manyenga. Ellis Hock krijgt een meisje toebedeeld, Zizi.

Ellis Hock wil maar een paar dagen in het dorp blijven, maar raakt al snel de tijd kwijt. Ze zitten niet te wachten op zijn hulp. Niemand gaat naar school en al snel merkt hij dat hij gevangen zit. Al zijn gangen worden gevolgd door de dorpsbewoners. Elke beweging die hij maakt, wordt nauwlettend in de gaten gehouden door Manyenga. Verder komt er niemand van buitenaf in het dorp. Hij is aan de grillen overgeleverd van de dorpsbewoners en kan geen kant op.

Waarschuwing

Gala waarschuwt hem. In het dorp zijn ze alleen op zijn geld uit. Als zijn geld op is, zullen ze hem weggooien als oud vuil. Ellis Hock wil het niet geloven, blijft steken in zijn idealisme, maar ontdekt spoedig dat niemand in het dorp te vertrouwen is.

Zijn poging te ontsnappen uit het dorp, loopt op een grillige tocht uit. Mensen die hij geld aanbiedt, misbruiken hem. Hij belandt bij gewetenloze kinderen. Hun ouders zijn dood gegaan aan honger of aids. Ze nemen buitenlanders gevangen in de hoop hen geld afhandig te maken. Hij weet te ontsnappen, maar hij belandt uiteindelijk weer in handen van Manyenga. Zo is hij terug bij af en Gala krijgt meer en meer gelijk.

Spannende verhaallijnen

Het zijn allemaal prachtige en uitermate spannende verhaallijnen. Ze lezen als een jongensboek, maar het verhaal zelf is veel intrigerender. De Afrikanen mogen in de ogen van Ellis Hock zijn veranderd, geleidelijk ontdekt hij dat hij zelf ook niet meer is die hij was. Kwam hij in de jaren ’60 zonder iets, nu neemt hij een tas mee vol met bankbiljetten. De arme Afrikanen willen niet zijn liefdadigheid, maar zijn geld.

Het verhaal wordt steeds prangender. De malaria put hem uit, hij wordt uitgebuit en de dorpsbewoners stelen het geld uit zijn enveloppen. Als hij ontdekt dat hij al zijn geld weg is, weet hij dat de voorspelling van Gala uitkomt. Ze hebben hem alleen nog maar en zullen hem aan de hoogst mogelijke bieder meegeven. De dorpsoudste Manyenga is een grote schurk en alleen maar uit op zijn geld.

Angst

De angst voor deze mensen krijgt de overhand. Ik was diep onder de indruk van een angst voor deze dorpsbewoners, de vergelijkingen die hij maakt. Het idealisme van weleer verandert in een vijandigheid en verlangen naar Medford. Hij is en blijft een vreemdeling. Of zoals Manyenga het zegt:

‘Jullie mzungu kunnen overal heen! Jullie kunnen doen wat jullie willen! Jullie zijn vrij om te komen en te gaan omdat jullie maahhnee hebben! Dit is voor u een korte vakantie, maar dit is ons hele leven, omdat we veroordeeld zijn voorgoed aan de Benedenrivier te wonen!
‘Ik heb jullie al mijn geld gegeven,’ zei Hock eenvoudig.
‘Omdat jullie ons haten en willen dat wij hier blijven,’ ging Manyenga tekeer, met pruilogen, halsstarig in zijn slinkse drift. ‘Jullie beledigen ons met voedsel, werpen het ons toe alsof we beesten zijn. Wij zijn jullie apen niet meer.’ (376)

Er is heel wat te zeggeen voor wat het dorpshoofd zegt tegen Ellis Hock. Maar wat Festus Manyenga vergeet te vertellen is dat de bewoners van zijn dorp nog altijd iemands apen zijn. Niet van de Europeanen, maar van Manyenga. Al het door Amerikanen gedropte voedsel ligt bij hem opgeslagen en de dorpsgenoten die hem dienen, lijden honger. Niet echt een groot verschil met de situatie in de tijd van het kolonialisme.

Meer lezen

Dit is de derde blog van een serie van vier blogs over De Benedenrivier van Paul Theroux. Lees ook de andere drie blogs:

Informatie over het boek

Paul Theroux: De Benedenrivier. Vertaling van: The Lower River. Vertaald door Suzan de Wilde en Maarten Polman. Amsterdam: Uitgeverij Atlas/Contact, 2012. ISBN: 978 90 450 2062. Prijs: € 21,95. 386 pagina’s.

Geen opmerkingen: