07 december 2013

Waar we wonen

image

Er zijn weinig dichtbundels die je in één ruk kunt uitlezen. Daarvoor vragen de gedichten teveel van je. Alleen bij dichtbundels van Gerrit Komrij heb ik dat, of in de mooie cycli van Pablo Neruda en Simon Vestdijk. De bloemlezing trekt me meestal wel naar binnen en houdt mij al bladerend goed vast.

Verder leg ik dichtbundels heel vaak weg, lees er weer een paar. Hap, snap. Blader vooruit, sjees achteruit en speur naar de verbanden tussen de gedichten. Het lezen gaat zo niet snel en soms verlies je de helft van de gedichten uit het oog. Dat is niet erg. Het gaat om de beleving.

Gestructureerder lezen

Waar we wonen van Thomas Möhlmann probeer ik wat gestructureerder te lezen. Het lukt niet. De heldere structuur waarin de bundel is ingedeeld, zou het wel makkelijk moeten maken. Ik haal die beleving uit de eerste vier gedichten onder de noemer ‘Afspraak’. Hierin speelt Möhlmann op een aantrekkelijke manier met gegevens uit de verschillende gedichten. Ze verwijzen naar elkaar, schieten kris kras over elkaar heen. En buitelen als de vonken van een vuur omhoog de hemel in.

Iemand wees naar de sterren en zei we leven
maar zo kort, nog een uur en twee blokken hout
voor het donker wordt, we moeten de huiden
zoeken en een bootje van twee mensen wordenom warm te blijven, om te weten met wie
je in hetzelfde schuitje, met wie zo lang
het donker duurt, zo lang een leven duurt
zo lang het duurt je een leven delen kan. (10)

Een magistraal begin, kijkend naar de sterrenhemel terwijl je aan het kampvuur zit. Dan spreek je over de diepere dingen van het leven. Wel is het einde iets te vanzelfsprekend en herhaalt het lyrisch ik teveel zichzelf. Hierdoor blijven de woorden een beetje rondcirkelen zonder echt doel te raken.

Weg

Na de vier openingsverzen is het weg. De verbanden in de rest van de cyclus ‘Hiervandaan’ schieten hun doel voorbij. Het zijn de flarden die mij treffen, de beelden die Thomas Möhlmann zo mooi oproept. Zoals in ‘Twee overzijden’ waarin het lyrisch ik spreekt over wolken die fluitend voorbij razen en ‘het tikken van wolken tegen de zon’. Zulke beelden spreken mij zeker aan als wolkendichter.

Zo klinkt de verzuchting door in de derde dichtbundel van Thomas Möhlmann. De dichter, bloemlezer en redacteur van het tijdschrift Awater heeft vanaf 2009 om de vier jaar een nieuwe dichtbundel het licht gegund.

Een perfecte dag voor literatuur

Dit is een bijdrage aan Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybook.nlLees de bijdragen van anderen in de reacties.

Geen opmerkingen: