In de eenvoudige zinnen, spreekt de kracht. In de roman Van dode mannen win je niet, is die zin er al op de tweede bladzijde. Het is de bepalende zin voor de nieuwe roman van Walter van den Berg. Net als dat de ik-verteller bepalend is voor het verhaal dat volgt. De zin luidt:
Jullie woonden in die flat in Slotervaart en je vader was twee jaar dood. (6) |
De dode vader verdwijnt snel naar de achtergrond. Het verhaal gaat namelijk over de hoofdpersoon. Hij vertelt met veel bluf over zijn veroveringen, het vertrouwen dat hij wint van vrouwen en vervolgens de ontmaskering. Het een bijzonder jaloerse man die het niet uit kan staan dat Wesley en zijn moeder de liefde voor een andere man delen, deze man is dood. En van dode mannen kun je niet winnen, want je kunt niet tegen ze vechten.
De eerdere romans van Walter van den Berg West en De hondenkoning overdonderen door de eenvoudige – bijna simpele – taal en de mooie personages. Zijn personages zijn namelijk jongens die helemaal niet opvallen. Ze houden van computers en wonen in hoge flats in de buitenwijken van Amsterdam. Ze kijken videofilms en proberen in contact te komen met de buitenwereld, wat maar moeizaam lukt. Het zijn de personen die je wel ziet, maar nooit hoort. Walter van den Berg geeft ze een stem in deze bijzondere romans.
De derde roman van Walter van den Berg Van dode mannen win je niet, onderscheidt zich van de eerdere twee. De hoofdpersoon is niet de teruggetrokken puber die met een hoofd vol puistjes op de computer zit te gamen. Het is een lul die het niet zo nauw neemt met relaties maar vooral erg agressief is en zijn vrouwen terroriseert. De teruggetrokken puber komt er zeker ook in voor. Dat is Wesley, de persoon tot wie de ik-verteller zijn verhaal richt.
Ook voor Van dode mannen win je niet kiest Walter van den Berg de deprimerende buitenwijken van Amsterdam als locatie van het verhaal. Op van die plekken waar veel schrijvers niet hun roman situeren, heeft Walter van den Berg een voorliefde. De wijken waar niemand graag woont, maar waar iedereen woont. Voor hem geen grachtengordel of mooie natuur. Bij hem staan er flats met lage stukjes groen ertussen:
Jullie woonden achter de Derkinderenstraat, en we reden weg tussen de flatjes door, laffe flatjes van vier verdiepingen, beton en wat baksteen, flatjes die haaks op elkaar waren gezet met veldjes en parkeerhavens en garages ertussen, struiken aan de voet van de flatjes met zwerfvuil in de takken. (11) |
Geen betere locatie voor een boek waarin de hoofdpersoon losse handjes heeft en de schoolgaande Wesley houdt van strips en computers. In deze flat in Slotervaart weet een man het leven van een vrouw en haar zoon te terroriseren. Walter van den Berg probeert in Van dode mannen win je niet in de psychologie van deze terrorist door te dringen. De locatie helpt daar wel een aardig handje bij.
Een perfecte dag voor literatuur
Dit is een bijdrage aan Een perfecte dag voor literatuur van notjustanybooks.nl. Lees in de reacties de bijdragen van anderen.
Boekinformatie
Walter van den Berg
Van dode mannen win je niet
Amsterdam: De bezige bij, 2013
ISBN: 978 90 234 8511 7.
208 pagina’s
Prijs: € 18,50
Geen opmerkingen:
Een reactie posten