De dichtbundel Zombie zoekt zielgeno(o)t van Jan Lauwereyns bevat aan het einde een gedichtencyclus van 15 gedichten. Ze heten 'Pijnboomheuvel, Een heuse zombiekrans'.
Met de gedichten is iets bijzonders aan de hand. Ze hebben een heel strakke structuur. Als je begint met lezen, valt het niet eens zo op. Ik zag bijvoorbeeld de rijmwoorden helemaal niet eens. Net als dat alle gedichten 14 regels tellen, met een rijmschema: a - a - b - c - c - b - e - e - f - g - g - f - h - h.
Eerste en laatste regel
Ik merkte bij het 3e gedicht dat de laatste regel van het vorige, de eerste is van de laatste. Terwijl ik zo doorlas, vroeg ik mij af of er niet een leuk gedicht van zou zijn te componeren. Alle regels die het lyrisch ik herhaalt, komen dan in een nieuw gedicht terecht.
Ik had het rijmschema nog niet ontdekt en bedacht dat het leuk zou zijn om dat gedicht te schrijven in een blog. Het zou dan zo worden:
Probeer een vluchtbeweging, ontsnap aan de leegte die neigt
In alles om niets, je Pinus van Thunberg knikt en zwijgt,
Je pijnboomgeest vertoont zich, voorgrondwezen van blijven,
Naar waarheid die achter prikkels en feiten een puntje zet,
Bij wijlen schijnt de tegenspraak een binnenpret,
Omwille van het vlieten zal het nu beklijven,
Omwille van het drijven zal het hier vergaan,
Met lef van doodsverachting ontdoe je wat nooit is gedaan,
Het mos beraamt, met bittere tranen voor zoete regen,
Een nachtvlinder fladdert zijn onherhaalbare vleugelslagen
Uit liefde voor boze en drang naar kwadere dondervlagen,
Van pissebedden kun je leren het rotten vegen,
Erg ver in elders of vroeger of later ben je niet,
Lees liever het hopen van stoffen in wat je voor je ziet.
Ik ben gek op structuren. Ze geven mijn creatieve maar zeer wild fladderende brein een beetje richting. Ik snap zeker dat veel hedendaagse dichters helemaal niet van structuren houden. En het zoveelste sonnet kan je als dichter snel de keel uit hangen.
Rijmdwangmatig
Ik heb zelf daarom bijvoorbeeld weinig plezier aan de plezierdichter Driek van Wissen. Terwijl zijn vriend en mededichter Jean Pierre Rawie net zulke structuren gebruikt, maar veel minder (rijm)dwangmatig overkomt.
Zelf schrijf ik vooral haiku's en heb een eigen vorm gevonden in gedichten die strakke vormen in lettergrepen krijgen. Het lettergrepen tellen dwingt mij om beter na te denken over de tekst.
Het scherpt mij om zo min mogelijk woorden te gebruiken om precies dat te zeggen wat ik wil zeggen. De verrassing bij het sonnet in de zoektocht naar rijmwoorden ben ik meer en meer als hindernis gaan beschouwen.
Pijnboomheuvel
Tot mijn verbazing zie ik aan het einde van de cyclus precies dit gedicht staan met de titel: 'Pijnboomheuvel'. Bovendien houdt hij de strakke structuur van de andere gedichten hier ook aan, compleet met rijm. Net als dat het ook een bijzonder gedicht oplevert dat niks onderdoet aan de rest.
Blijft bij mij de vraag of hij dit gedicht het eerst heeft geschreven of dat het al schrijvend is ontstaan, zoals ik het ervaren heb bij het lezen.
de structuur een huis
palen, muren, dak
ramen om uit te kijken
Jan Lauwereyns: Zombie zoekt zielgeno(o)t, Gedichten. Koppernik, 2023. 69 pagina's.